Van toepassing op negen sectoren
Deze ketenaansprakelijkheid geldt ondertussen voor negen sectoren: de schoonmaaksector, bewakingssector, bouwsector, elektriciens, metaalsector, stoffering en houtbewerking, land- en tuinbouwsector en voedingsnijverheid en -handel (slechts bepaalde werken en diensten).
Wanneer bijvoorbeeld een schoonmaakbedrijf haar personeel veel te weinig zou betalen (bijvoorbeeld door het niet naleven van sectorale loonbarema’s of functieclassificaties), loopt de opdrachtgever die op de diensten van het nalatige schoonmaakbedrijf beroep doet, het risico om voor deze loonachterstallen mee aansprakelijk te worden gesteld.
Eerst schriftelijke aanmaning door Sociale Inspectie
De eerste stap in de procedure is dat de slechte betaler door de Sociale Inspectie schriftelijk aangemaand wordt om de lonen binnen de vijf werkdagen te betalen en deze ingebrekestelling moet aanplakken op de werf. De opdrachtgever en aannemers krijgen hiervan een kopie en moeten dit ook op hun werf aanplakken.
Stelt de onderaannemer zich niet in regel, dan kunnen de anderen in de keten aangesproken worden tot effectieve betaling van de lonen en RSZ-bijdragen. Deze aansprakelijkheid van de opdrachtgever en aannemers geldt voor een periode van maximum één jaar, die aanvangt 14 werkdagen nadat zij door de Sociale Inspectie formeel in kennis werden gesteld van het niet of veel te weinig door hun (onder)aannemer betalen van het personeel.
De ketenaansprakelijkheid wordt dus pas in werking gesteld door een kennisgeving van de Sociale Inspectie.
Aanmaning tot onmiddellijke betaling
De Sociale Inspectie en de betrokken werknemers hebben dan de mogelijkheid om de opdrachtgever of (onder)aannemer die mee aansprakelijk is via een aangetekende brief aan te manen om onmiddellijk over te gaan tot de betaling van het loon aan de werknemers.
De eigenlijke werkgever die verzuimde te betalen kan ook strafrechtelijk vervolgd worden. Ook voor de hoofdelijk aansprakelijke opdrachtgever/aannemer zijn er strafsancties voorzien in geval van niet-naleving van haar verplichtingen (aanplakking, betaling).
De praktijk: buitenlandse versus Belgische bedrijven
Alhoewel deze ketenaansprakelijkheid in de praktijk meestal wordt toegepast voor nalatige buitenlandse ondernemingen die in België als (onder)aannemer actief zijn, leert onze ervaring dat de Sociale Inspectie in de betrokken sectoren niet nalaat om te dreigen om deze stok achter de deur ook te hanteren voor weerbarstige Belgische werkgevers die actief zijn als (onder)aannemers.
Gelet op het enorme reputatierisico voor de betrokken (onder)aannemer is deze ketenaansprakelijkheid voor de Sociale Inspectie een ultiem, maar ideaal drukkingsmiddel om (onder)aannemers die het niet zo nauw nemen met de sociale wetgeving, tot andere gedachten te bewegen.
Dodelijk voor reputatie (onder)aannemer
Het uitsturen door de Sociale Inspectie van brieven waarin de klanten-opdrachtgevers/aannemers worden gewezen op hun aansprakelijkheid in geval van niet-nakomen van de betalingsverplichtingen inzake lonen en RSZ door hun (onder)aannemer, is voor de reputatie van deze laatste dodelijk. Immers, wanneer een klant-opdrachtgever/aannemer het risico loopt om de loon- en RSZ-schulden van een (onder)aannemer te moeten betalen, is de keuze snel gemaakt. (Onder)aannemers uit de betrokken sectoren denken dus beter twee keer na.
Contractuele afspraken inzake de kennisgeving door de Sociale Inspectie
Opdrachtgevers en (onder)aannemers kunnen in de aannemingsovereenkomst contractuele afspraken maken over de gevolgen van een eventuele kennisgeving door de Sociale Inspectie in geval van het te weinig betalen van loon (bijvoorbeeld de mogelijkheid om – al dan niet met een opzeggingstermijn – de samenwerking stop te zetten; het opnemen van de kennisgeving als een ontbindende voorwaarde in de overeenkomst; de mogelijkheid om inhoudingen te verrichten op de facturen).
Hierbij moet voor vier sectoren (schoonmaak, landbouw, tuinbouwbedrijf, voedingsnijverheid en -handel) rekening worden gehouden met bij Koninklijk Besluit bepaalde voorwaarden, waaraan de contractuele afspraken tot beëindiging van de overeenkomst moeten voldoen.
Opzeggingsvergoedingen en privépersonen vallen niet onder ketenaansprakelijkheid
De opzeggingsvergoedingen vallen niet onder de ketenaansprakelijkheid. Deze aansprakelijkheid geldt enkel en alleen voor activiteiten die expliciet in een Koninklijk Besluit opgelijst worden.
Deze wetgeving is ook niet van toepassing op een privépersoon, die louter voor privédoeleinden werken laat uitvoeren door een aannemer, die uiteindelijk zijn personeel niet of veel te weinig betaalt.
RSZ krijgt almaar meer macht om RSZ-bijdragen op lonen op te eisen
Geruisloos zorgt de wetgever er op die manier voor dat de RSZ meer en meer wapens in handen krijgt om de betaling van RSZ-bijdragen op lonen effectief te verkrijgen. Denken we maar aan de wet op de verboden terbeschikkingstelling of het uitlenen van personeel, waardoor de klant van de uitlener geacht wordt werkgever te worden en dus uiteindelijk de RSZ-bijdragen mag ophoesten.
In dezelfde context kadert de programmawet van 28 juli 2006 waardoor bestuurders van vennootschappen bij grove fouten die leiden tot het faillissement van de onderneming, persoonlijk met hun vermogen aansprakelijk kunnen gesteld worden voor de betaling van achterstallige sociale zekerheidsbijdragen van de vennootschap.
Ook kunnen we verwijzen naar de aansprakelijkheid van de opdrachtgever en de aannemer van werken in onroerende staat en in de bewakingssector voor de sociale en fiscale schulden van de (onder)aannemer waarop zij een beroep doen, zoals de werfmeldingsplicht ten aanzien van de RSZ voor de aannemer en de inhoudingsplicht op de factuur voor de opdrachtgever ten voordele van de RSZ.