Tijdens een sollicitatiegesprek
In een sollicitatieprocedure zou een potentiële werkgever misschien heel nieuwsgierig kunnen zijn naar de politieke voorkeur van een toekomstige werknemer. Het spreekt voor zich dat gelet op het recht op privacy een sollicitant staalhard kan weigeren om hierop te antwoorden. Mocht de sollicitant hierop toch willen antwoorden en nadien niet aangenomen worden, dan kan er discussie ontstaan of het bedrijf al dan niet zich schuldig heeft gemaakt aan discriminatie.
Mogelijkheden voor de sollicitant
Als de kandidaat-werknemer kan aantonen dat direct of indirect de politieke overtuiging heeft meegespeeld bij de beslissing om niet aan te werven, dan zal er discriminatie zijn. De sollicitant zou in dit geval een vordering kunnen instellen voor de arbeidsrechtbank tot het bekomen van een schadevergoeding van 6 maanden brutoloon. Via een kort geding zou de sollicitant ook kunnen proberen om de lopende sollicitatieprocedure op te schorten en het bedrijf te verplichten het politiek selectiecriterium te laten vallen.
Politiek verlof
Stel dat een werknemer tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst een politiek mandaat in de wacht sleept, dan kan hij op basis van de wet van 19 juli 1976 politiek verlof nemen. De werknemer die het ambt van burgemeester, schepen, voorzitter of lid van een bureau voor districtsraad of voorzitter van een OCMW opneemt, kan gedurende maximaal 2 arbeidsdagen per week verlof nemen om dit mandaat uit te oefenen. De werkgever moet het loon niet doorbetalen tijdens deze afwezigheden.
Bescherming tegen ontslag
Een verkozen werknemer geniet tijdens de duur van het mandaat en tot 6 maanden na afloop ervan een bescherming tegen ontslag. Hij kan enkel ontslagen worden om redenen die totaal vreemd zijn aan het politiek mandaat (zoals herhaalde beroepsfouten). Als de werkgever echter faalt in zijn bewijslast, dan heeft de betrokkene recht op 6 maanden beschermingsvergoeding bovenop de normale verbrekingsvergoeding!
Bescherming voor niet-verkozenen
Ook een niet-verkozen kandidaat geniet van dezelfde bescherming tot 3 maanden na de verkiezing. Gelet op het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting gaat men in de rechtspraak uiterst omzichtig om met situaties waarbij een werknemer op de werkvloer politieke meningen ventileert of zich bezighoudt met politieke activiteiten (zoals het verzamelen van petities tijdens de werkuren). Slechts in extreme gevallen wordt dit beschouwd als een dringende reden tot ontslag.