Als een goed huisvader
Een eerste verplichting voor de werkgever is dat hij “als een goed huisvader” moet zorgen voor het persoonlijk arbeidsgereedschap van de werknemer. Dit betekent dat hij alles moet doen wat van een zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden redelijkerwijs kan worden verwacht. Dit is dus een feitelijke kwestie, die geval per geval zal moeten beoordeeld worden.
De rechtspraak
In de rechtspraak is in deze context al herhaalde keren discussie ontstaan rond de vraag of een werkgever aansprakelijk was voor de schade aan de persoonlijke wagen, die een werknemer gebruikt voor de uitoefening van zijn arbeidstaken. Er werd geoordeeld dat gezien de werkgever aan de werknemer opdraagt om een bepaalde opdracht uit te voeren met zijn persoonlijk voertuig, dit voertuig op dat moment juridisch gezien “arbeidsgereedschap” wordt.
De praktijk
Vertrekkende van deze premisse werd vervolgens geoordeeld dat op basis van artikel 20,7° van de Arbeidsovereenkomstenwet de werkgever verplicht was om het bedrag van de schade aan het persoonlijk voertuig van de werknemer, die niet gedekt werd door de verzekering van de werknemer (de zogenaamde franchise), te betalen aan de werknemer. Anderzijds werd geoordeeld dat de werkgever niet aansprakelijk was voor de schade die vandalen toegebracht hadden aan het persoonlijk voertuig van de werknemer op de personeelsparking. De werkgever kon immers aantonen dat hij als een goed huisvader zorg had gedragen voor deze parking. Hierbij werd gepreciseerd dat de werkgever hoegenaamd geen verplichting had om speciaal een personeelslid of een bewakingsfirma te gaan gelasten met een continu toezicht op die personeelsparking om aan zijn zorgvuldigheidsplicht te voldoen.
De teruggaveplicht
De werkgever heeft nog een tweede wettelijke verplichting met betrekking tot het persoonlijk arbeidsgereedschap van zijn werknemer. De werkgever mag in geen geval weigeren het persoonlijk arbeidsgereedschap terug te geven aan de werknemer. De wet stelt duidelijk “in geen geval”, dus ook niet wanneer de werkgever zelf nog bepaalde eigendommen moeten terugkrijgen van de werknemer en deze dit koppig weigert. Alleen in geval van overmacht vervalt deze teruggaveplicht. Het hoeft geen betoog dat dit zeer uitzonderlijke situaties zijn, zoals een brand of een diefstal in het bedrijf.