De reactie van de werkgever.
De betrapte werknemer wordt in het kantoor bij de personeelsdirecteur en de financieel directeur van het bedrijf ontboden. Beide heren maken duidelijk dat voor hen elk vertrouwen totaal weg is in de werknemer. Een ontslag om dringende reden – dus zonder enige vergoeding – dringt zich op en dit wordt aan de werknemer zo meegedeeld.
De reactie van de werknemer.
De wereld van de betrokkene stort in en hij vraagt uiteindelijk of hij de kans krijgt om zelf ontslag te nemen. Zo kan hij het stigma van een ontslag om dringende reden vermijden en wellicht veel vlugger aan een nieuwe job geraken. Ook laat hem dat toe om zowel op het werk als op het thuisfront zonder veel commotie de onderneming te verlaten. Gelet op de vele jaren dienst laat de directie zich vermurwen en aanvaardt de handgeschreven ontslagbrief van de werknemer. Einde van het verhaal zou men denken. Ten onrechte!
De dagvaarding van de ex-werknemer.
Tot hun verbijstering krijgt het bedrijf enkele maanden later een dagvaarding betekend door een deurwaarder, waarbij de ex-werknemer een volledige verbrekingsvergoeding eist. Hierbij poogt hij als juridisch argument aan te halen dat hij bij het geven van zijn ontslag onrechtmatig onder dwang werd gezet. Krachtens artikel 1111 van het Burgerlijk wetboek heeft dwang dan tot gevolg dat de gestelde handeling nietig is. Met andere woorden de werknemer zou nooit ontslag gegeven hebben en het is in deze visie uiteindelijk het bedrijf die de betrokkene aan de deur zou gezet hebben.
De 4 voorwaarden voor dwang.
De arbeidsrechtbanken aanvaarden deze redenering echter niet zomaar. Opdat er juridisch van dwang sprake zou kunnen zijn, moeten vier voorwaarden vervuld zijn:
- De dwang moet doorslaggevend geweest zijn voor de toestemming. Het slachtoffer moet aantonen dat zonder dat “geweld” hij zijn toestemming niet zou gegeven hebben;
- de dwang moet van dien aard zijn dat het op een redelijk mens, die zich in dezelfde concrete situatie bevindt, indruk maakt;
- Het moet een aanzienlijk kwaad doen vrezen;
- Het geweld moet onrechtmatig of ongeoorloofd zijn en niet dus niet voortvloeien uit de normale uitoefening van het werkgeversgezag.
Voorwaarden
Het Hof van Cassatie heeft al meerdere keren geoordeeld dat wanneer een werkgever iemand voor de keuze stelt: ontslag om dringende reden of zelf ontslag nemen, dit louter op zich geen dwang uitmaakt in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Bij de beoordeling van deze problematiek gaan arbeidsgerechten ook rekening houden met leeftijd en functie van de werknemer. Men gaat er van uit dat iemand met een bepaalde anciënniteit en van een zekere leeftijd, wel degelijk de gevolgen beseft van het ondertekenen van een ontslagbrief. Tevens kan deze persoon wel degelijk beoordelen of hij al dan niet moet ingaan op een dergelijke vraag tot ontslagname.